Vertaling van "arbeidsverhouding tewerkgestelde werknemers " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

deeltijds tewerkgestelde werknemer
Teilzeitarbeitnehmer

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

j) „loon van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen”: beloning of salaris en alle andere vergoedingen in contanten of in natura, die de werknemer al dan niet rechtstreeks met betrekking tot zijn tewerkstelling ontvangt van zijn werkgever en die gelijkwaardig zijn aan wat vergelijkbare, in een legale arbeidsverhouding tewerkgestelde, werknemers zouden hebben ontvangen.
„Vergütung von Drittstaatsangehörigen ohne rechtmäßigen Aufenthalt“ Löhne und Gehälter sowie alle sonstigen Vergütungen, die der Arbeitgeber aufgrund der Beschäftigung einem Arbeitnehmer unmittelbar oder mittelbar in bar oder in Sachleistungen zahlt und die denen entsprechen, die vergleichbare Arbeitnehmer in einem rechtmäßigen Beschäftigungsverhältnis erhalten hätten.

„loon van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen” : beloning of salaris en alle andere vergoedingen in contanten of in natura, die de werknemer al dan niet rechtstreeks met betrekking tot zijn tewerkstelling ontvangt van zijn werkgever en die gelijkwaardig zijn aan wat vergelijkbare, in een legale arbeidsverhouding tewerkgestelde, werknemers zouden hebben ontvangen.
j)„Vergütung von Drittstaatsangehörigen ohne rechtmäßigen Aufenthalt“ Löhne und Gehälter sowie alle sonstigen Vergütungen, die der Arbeitgeber aufgrund der Beschäftigung einem Arbeitnehmer unmittelbar oder mittelbar in bar oder in Sachleistungen zahlt und die denen entsprechen, die vergleichbare Arbeitnehmer in einem rechtmäßigen Beschäftigungsverhältnis erhalten hätten.

« Bevat artikel 9 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat het de afgezette ambtenaar verplicht zich binnen de fatale termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de beëindiging van de arbeidsverhouding bij het regionale werkloosheidsbureau als werkzoekende in te schrijven, een met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet strijdige discriminatie tussen, enerzijds, de in artikel 7 van die wet bedoelde ambtenaren en, anderzijds, de werknemers van de privé-sector alsmede de werknemers die krachtens een arbeidsovereenkomst in de overheidssector zijn tewerkgesteld, hoewel de werknemers die tot die laatste categorie behoren, niet op straffe van verval ertoe gehouden zijn hun aanvraag om werkloosheidsuitkeringen binnen een fatale termijn van 30 dagen in te dienen ?
« Beinhaltet Artikel 9 des Gesetzes vom 20. Juli 1991 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen, indem er dahingehend ausgelegt wird, dass er den abgesetzten Beamten dazu verpflichtet, sich innerhalb der Ausschlussfrist von 30 Tagen nach dem Beenden des Arbeitsverhältnisses beim regionalen Arbeitslosenbüro als Arbeitsuchenden eintragen zu lassen, eine mit den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung nicht zu vereinbarende Diskriminierung zwischen den Beamten, auf die sich Artikel 7 dieses Gesetzes bezieht, einerseits, und den Arbeitnehmern des Privatsektors, sowie den mittels eines Arbeitsvertrages im öffentlichen Sektor beschäftigten Arbeitnehmern, andererseits, obwohl die Arbeitnehmer der letztgenannten Kategorie nicht bei Strafe des Verfalls dazu verpflichtet sind, ihren Antrag auf Arbeitslosenunterstützung innerhalb der Ausschlussfrist von 30 Tagen zu stellen?

De Arbeidshoven van Bergen en Luik ondervragen het Hof over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 9 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, in zoverre die bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen, enerzijds, de in artikel 7 van die wet bedoelde ambtenaren en, anderzijds, de werknemers van de privé-sector en de werknemers die met een arbeidsovereenkomst in de overheidssector zijn tewerkgesteld, doordat de eerste categorie van personen zich verplicht binnen een termijn van dertig dagen na het beëindigen van de arbeidsverhouding als werkzoekende dient in te schrijven, terwijl de tweede categorie van werknemers daartoe niet is verplicht.
Die Arbeitsgerichtshöfe Mons und Lüttich legen dem Hof die Frage vor, ob Artikel 9 des Gesetzes vom 20. Juli 1991 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insofern diese Bestimmung zwischen den Beamten im Sinne von Artikel 7 dieses Gesetzes einerseits und den Arbeitnehmern des Privatsektors und den mittels eines Arbeitsvertrages im öffentlichen Sektor beschäftigten Arbeitnehmern andererseits dadurch einen Behandlungsunterschied einführt, dass die erste Kategorie von Personen verpflichtet ist, sich innerhalb einer Frist von dreissig Tagen nach Beendigung des Arbeitsverhältnisses als Arbeitsuchende eintragen zu lassen, während die zweite Kategorie von Arbeitnehmern dazu nicht verpflichtet ist.