Het Hof van Justitie heeft eveneens geoordeeld dat sommige omstandigheden een aanwijzing konden zijn voor een behandeling, een voornemen of een verplichting om zich van een stof of een voorwerp te ontdoen in de zin van artikel 1, a), van de voormelde richtlijn, inzonderheid wanneer de gebruikte stof een productieresidu is, dat wil zeggen een product dat niet als zodanig was beoogd (HvJ, 15 juni 2000, C-418/97 en C-419/97, ARCO Chemie Nederland e.a., §§ 83 en 84).
Der Gerichtshof hat ebenfalls erkannt, dass gewisse Umstände als Anhaltspunkte dafür angesehen werden können, dass der Besitzer sich der Stoffe oder Gegenstände im Sinne von Artikel 1 Buchstabe a) der vorerwähnten Richtlinie entledigt, entledigen will oder entledigen muss, insbesondere wenn der verwendete Stoff ein Erzeugungsrückstand ist, das heisst ein Produkt, das nicht als solches angestrebt worden ist (EuGH, 15. Juni 2000, C-418/97 und C-419/97, ARCO Chemie Nederland u.a., §§ 83 und 84).