Er moet worden verwezen naar de argumenten die werden uiteengezet met betrekking tot de exceptie van onontvankelijkheid om de discriminatie te weerleggen die door de verzoeker is aangevoerd met betrekking tot artikel 43ter, § 3, 1°, van de wet van 15 juni 1935, en men moet ervan uitgaan dat het bekritiseerde verschil van taalstelsel slechts moet worden ingevoerd bij de tweede aanwijzing, na het eerste automatische mandaat van zeven jaar.
Man müsse die hinsichtlich der Unzulässigkeitseinrede vorgebrachten Argumente in Erinnerung rufen, um die vom Kläger in bezug auf Artikel 43ter § 3 Nr. 1 des Gesetzes vom 15. Juni 1935 angeführte Diskriminierung abzuweisen, und davon ausgehen, dass der angefochtene Unterschied in der Sprachzugehörigkeit erst bei der zweiten Bezeichnung nach dem ersten automatischen Mandat von sieben Jahren eingeführt werden müsse.