3. roept de lidstaten op om in samenwerking met de plaatselijke autoriteiten en bedrijven stimulansen te creëren voor de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces, met name door elke vorm van discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt uit te bannen, teneinde het probleem van armoede en sociale uitsluiting in plattelandsgebieden aan te pakken; merkt op dat in plattelandsgemeenschappen veel armoede voorkomt, vooral in de nieuwe lidstaten;
3. fordert die Mitgliedstaaten auf, in Zusammenarbeit mit den Kommunalbehörden und den Unternehmen Anreize für die Beteiligung der Frauen am Erwerbsleben zu schaffen, indem insbesondere die Diskriminierungen, denen diese auf dem Arbeitsmarkt ausgesetzt sein können, beseitigt werden, um so das Problem der Armut und sozialen Ausgrenzung in ländlichen Gebieten in Angriff zu nehmen; stellt fest, dass Armut in ländlichen Gemeinschaften, insbesondere in den neuen Mitgliedstaaten, weit verbreitet ist;