Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrest nr 114 2014 » (Néerlandais → Allemand) :

Het Grondwettelijk Hof oordeelde in arrest nr. 114/2014 van 17 juli 2014 dat het niet redelijk verantwoord is om autonome gemeentebedrijven uit te sluiten van de vrijstelling van de vennootschapsbelasting voor activiteiten die, wanneer zij hetzij door de gemeente zelf, hetzij door een intercommunale, een samenwerkingsverband of een projectvereniging zouden worden uitgeoefend, wel op algemene wijze van de vennootschapsbelasting zouden zijn vrijgesteld.

Der Verfassungsgerichtshof hat in seinem Entscheid Nr. 114/2014 vom 17. Juli 2014 geurteilt, dass es nicht vernünftig gerechtfertigt ist, die autonomen Gemeinderegien von der Befreiung von der Gesellschaftssteuer für Tätigkeiten auszuschließen, die, wenn sie entweder durch die Gemeinde selbst oder durch eine Interkommunale, einen Zusammenarbeitsverband oder eine Projektvereinigung ausgeübt würden, wohl allgemein von der Gesellschaftssteuer befreit sind.


Uittreksel uit arrest nr. 114/2017 van 12 oktober 2017

Auszug aus dem Entscheid Nr. 114/2017 vom 12. Oktober 2017


Zoals is vermeld in B.2 streefde de wetgever met de bestreden bepalingen een dubbele doelstelling na : enerzijds, de oneerlijke concurrentie tussen de overheid en de privésector bestrijden en, anderzijds, de door het Hof bij zijn arrest nr. 114/2014 van 17 juli 2014 afgekeurde discriminatie tussen, enerzijds, de autonome gemeentebedrijven, die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen, en, anderzijds, de intercommunales, die aan de rechtspersonenbelasting zijn onderworpen, te verhelpen.

Wie in B.2 dargelegt wurde, verfolgte der Gesetzgeber mit den angefochtenen Bestimmungen ein doppeltes Ziel: einerseits den unlauteren Wettbewerb zwischen der öffentlichen Hand und dem Privatsektor bekämpfen und andererseits die Diskriminierung aufheben, die der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 114/2014 vom 17. Juli 2014 zwischen einerseits den autonomen Gemeinderegien, die der Gesellschaftssteuer unterliegen, und andererseits den Interkommunalen, die der Steuer der juristischen Personen unterliegen, sanktioniert hatte.


Anderzijds, heeft hij een einde willen maken aan een door het Hof bij zijn arrest nr. 114/2014 van 17 juli 2014 vastgestelde discriminatie tussen de intercommunales en de autonome gemeentebedrijven.

Andererseits wollte er eine durch den Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 114/2014 vom 17. Juli 2014 festgestellte Diskriminierung zwischen den Interkommunalen und den autonomen Gemeinderegien beenden.


Uittreksel uit arrest nr. 114/2016 van 22 september 2016 Rolnummers : 6170 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van kracht vóór de wijziging ervan bij de wet van 21 februari 2010, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 114/2016 vom 22. September 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6170 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches in der vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 21. Februar 2010 geltenden Fassung, gestellt vom Appellationshof Mons.


De wetgever heeft aldus geleidelijk een einde gemaakt aan de fiscale gunstregeling die de zogenaamde « liquidatieboni », in tegenstelling tot dividenden, genoten (zie arrest nr. 109/2004 van 23 juni 2004, B.4.6, en arrest nr. 162/2014 van 6 november 2014, B.7).

Der Gesetzgeber hat also schrittweise der steuerlichen Vorzugsregelung, die zugunsten der so genannten « Liquidationsüberschüsse » im Gegensatz zu den Dividenden bestand, ein Ende gesetzt (siehe Entscheid Nr. 109/2004 vom 23. Juni 2004, B.4.6, und Entscheid Nr. 162/2014 vom 6. November 2014, B.7).


Het Hof heeft weliswaar reeds geoordeeld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, als partij bij het geding ingesteld bij een beroep gericht tegen de beslissing waarbij hij weigert het huwelijk te voltrekken, het algemeen belang en de vrijwaring van de openbare orde verdedigt, en dat het dus niet verantwoord is dat hij in de rechtsplegingsvergoeding kan worden verwezen (arrest nr. 132/2013 van 26 september 2013, B.6; arrest nr. 180/2013 van 19 december 2013, B.6 en arrest nr. 54/2014 van 27 maart 2014 ...[+++]B.6).

Der Gerichtshof hat zwar bereits geurteilt, dass der Standesbeamte als Partei in dem Verfahren, das durch eine Beschwerde gegen die Entscheidung, mit der er sich weigert, die Trauung vorzunehmen, eingeleitet wurde, das allgemeine Interesse und die Wahrung der öffentlichen Ordnung verteidigt, und dass es somit nicht gerechtfertigt ist, dass er zur Verfahrensentschädigung verurteilt werden kann (Entscheid Nr. 132/2013 vom 26. September 2013, B.6; Entscheid Nr. 180/2013 vom 19. Dezember 2013, B.6; Entscheid Nr. 54/2014 vom 27. März 2014, B.6).


Het heeft derhalve geoordeeld dat artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin begrepen dat het de verwijzing van de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld na afloop van het onderzoek van een beroep ingesteld krachtens artikel 167, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in de rechtsplegingsvergoeding toestaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt (arrest nr. 132/2013; arrest nr. 180/2013; arrest nr. 54/2014).

Er hat somit geurteilt, dass Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass er die Verurteilung des Standesbeamten, der nach Ablauf der Untersuchung einer aufgrund von Artikel 167 Absatz 6 des Zivilgesetzbuches eingereichten Beschwerde in der Sache unterliegt, zur Zahlung der Verfahrensentschädigung erlaubt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt (Entscheid Nr. 132/2013; Entscheid Nr. 180/2013; Entscheid Nr. 54/2014).


Aangezien artikel 7 van de bestreden wet een soortgelijke draagwijdte heeft als de bij het arrest nr. 158/2014 vernietigde bepaling en die twee bepalingen om dezelfde redenen in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, heeft de wetgever immers, door de aanneming van dat artikel 7, het gezag van gewijsde dat is verbonden aan het arrest nr. 158/2014 van het Hof geschonden.

Da Artikel 7 des angefochtenen Gesetzes eine ähnliche Tragweite hat wie die durch den Entscheid Nr. 158/2014 für nichtig erklärte Bestimmung und die beiden Bestimmungen aus denselben Gründen im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehen, hat der Gesetzgeber nämlich mit der Annahme dieses Artikels 7 die mit dem Entscheid des Gerichtshofes Nr. 158/2014 verbundene materielle Rechtskraft verletzt.


Bij zijn arrest nr. 141/2015 van 15 oktober 2015 heeft het Hof, in antwoord op de prejudiciële vragen die door de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.562 van 29 september 2014 waren gesteld, voor recht gezegd : « Artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zel ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 141/2015 vom 15. Oktober 2015 hat der Gerichtshof in Beantwortung von Vorabentscheidungsfragen, die der Staatsrat in seinem Entscheid Nr. 228. 562 vom 29. September 2014 gestellt hatte, für Recht erkannt: « Artikel 1 § 1 und Artikel 3 Absatz 1 Nr. 1 Buchstabe a) und Nr. 2 Buchstabe a) des Dekrets der Wallonischen Region vom 27. Oktober 2011 « über die Unterstützung der Schaffung von Arbeitsstellen durch die Förderung der beruflichen Übergänge zum Status des hauptberuflichen Selbstständigen » verstoßen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 § 1 VI Absatz 1 Nr. ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest nr 114 2014' ->

Date index: 2024-12-19
w