Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanhouding van de uitspraak
Afschaffing van heffingen
Arrest
Arrest HvJ EG
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG
Het arrest van het Hof van Justitie
Schorsing
Schorsing in het belang van de dienst
Schorsing van behandeling
Schorsing van de behandeling
Schorsing van de douanerechten
Schorsing van de procedure
Schorsing van het douanetarief
Schorsing van het geding
Schorsing van het kiesrecht
Uitsluiting van een internationale organisatie
Uitstel van uitspraak

Traduction de «arrest tot schorsing » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

Urteil des Gerichtshofs (EU) [ Urteil des Europäischen Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs EG | Urteil EuGH ]


arrest | arrest van het Hof | arrest van het Hof van Justitie | het arrest van het Hof van Justitie

Urteil | Urteil des Gerichtshofs | Urteil des Gerichtshofs der Europäischen Union


schorsing van de behandeling | schorsing van het geding

Aussetzung des Verfahrens | Unterbrechung des Verfahrens


aanhouding van de uitspraak | schorsing van behandeling | schorsing van de procedure | uitstel van uitspraak

Aussetzung des Verfahrens


schorsing van de douanerechten [ afschaffing van heffingen | schorsing van het douanetarief ]

Aussetzung der Zollsätze [ Zollaussetzung ]


schorsing in het belang van de dienst

einstweilige Amtsenthebung im Interesse des Dienstes








uitsluiting van een internationale organisatie [ schorsing van het lidmaatschap van een internationale organisatie ]

Ausschluss aus einer internationalen Organisation
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
3. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het, zoals te dezen, in samenhang gelezen met artikel 17, § 6, van dezelfde wetten, in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de tegenpartij de mogelijkheid biedt dat zij door een tussenkomende partij wordt ondersteund en dat die volledig in haar plaats treedt, zelfs indien die tegenpartij heeft nagelaten de voortzetting van de procedure te vorderen, terwijl de verzoekende partij die zou hebben nagelaten de voortzetting van de procedure te vorderen na een arrest waarbij een vordering tot schorsing wordt verworpen, of een verzoekende partij die te laat de toelichtende memorie na het ...[+++]

3. Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er - wie im vorliegenden Fall - in Verbindung mit Artikel 17 § 6 derselben Gesetze dahin ausgelegt wird, dass er es der Gegenpartei ermöglicht, von einer beitretenden Partei unterstützt und völlig ersetzt zu werden, auch wenn diese Gegenpartei es unterlassen hat, die Fortsetzung des Verfahrens zu beantragen, während die klagende Partei, die es unterlassen hätte, im Anschluss an einen Entscheid zur Zurückweisung eines Aussetzungsantrags die Fortsetzung des Verfahrens zu beantragen, oder eine klagende Partei, die den Erläuterungsschriftsatz im Anschluss an den Auss ...[+++]


Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het, zoals te dezen, in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de mogelijkheid biedt op identieke wijze, enerzijds, het verlies van belang van een verzoekende partij die niet tijdig een toelichtende memorie heeft ingediend in het kader van een gewone procedure tot nietigverklaring en, anderzijds, het verlies van belang van een verzoekende partij die niet tijdig een toelichtende memorie heeft ingediend in het kader van een procedure tot nietigverklaring na een arrest tot schorsing van de bestreden akte en het afzi ...[+++]

Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er - wie im vorliegenden Fall - dahin ausgelegt wird, dass er es ermöglicht, auf identische Weise einerseits den Verlust des Interesses einer klagenden Partei, die im Rahmen eines ordentlichen Nichtigkeitsverfahrens keinen fristgerechten Erläuterungsschriftsatz eingereicht hat, und andererseits den Verlust des Interesses einer klagenden Partei, die im Rahmen eines Nichtigkeitsverfahrens im Anschluss an einen Entscheid zur Aussetzung des angefochtenen Aktes und einen Verzicht der Gegenpartei auf Fortsetzung des Verfah ...[+++]


De afdeling bestuursrechtspraak is als enige bevoegd om, de partijen gehoord of behoorlijk opgeroepen, bij arrest de schorsing te bevelen van de tenuitvoerlegging van een akte of een reglement, vatbaar voor nietigverklaring krachtens artikel 14, §§ 1 en 3, en om alle maatregelen te bevelen die nodig zijn om de belangen veilig te stellen van de partijen of de personen die een belang hebben bij de beslechting van de zaak.

Die Verwaltungsstreitsachenabteilung ist als einzige dafür zuständig, nach Anhörung oder ordnungsgemäßer Ladung der Parteien durch Entscheid die Aussetzung der Ausführung eines Akts oder einer Verordnung anzuordnen, der beziehungsweise die aufgrund von Artikel 14 §§ 1 und 3 für nichtig erklärt werden kann, und alle notwendigen Maßnahmen anzuordnen, um die Interessen der Parteien oder der Personen, die ein Interesse an der Lösung der Sache haben, zu wahren.


Op 27 april 2016 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Giet, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk is.

Am 27. April 2016 haben die referierenden Richter R. Leysen und T. Giet in Anwendung von Artikel 71 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof den Präsidenten davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschränkter Kammer tagenden Gerichtshof vorzuschlagen, einen Entscheid zu erlassen, in dem festgestellt wird, dass die Klage auf einstweilige Aufhebung offensichtlich unzulässig ist.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Uittreksel uit arrest nr. 106/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6410 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 128 tot 134 en van artikel 135, 18°, van het Vlaamse decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, ingesteld door Jan Gossé.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 106/2016 vom 30. Juni 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6410 In Sachen: Klage auf einstweilige Aufhebung der Artikel 128 bis 134 und des Artikels 135 Nr. 18 des flämischen Dekrets vom 18. Dezember 2015 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 2016, erhoben von Jan Gossé.


Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 april 2016 ter post afgegeven brief en ter griffie is ingekomen op 20 april 2016, heeft Jan Gossé een vordering tot schorsing ingesteld van de ar ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, beschränkte Kammer, zusammengesetzt aus dem Präsidenten J. Spreutels und den referierenden Richtern R. Leysen und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Klage und Verfahren Mit einer Klageschrift, die dem Gerichtshof mit am 19. April 2016 bei der Post aufgegebenem Brief zugesandt wurde und am 20. April 2016 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob Jan Gossé Klage auf einstweilige Aufhebung der Artikel 128 bis 134 und des Artikels 135 Nr. 18 des flämischen Dekrets vom 18. Dezember 2015 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des ...[+++]


Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5702 en 5704 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. c. Bij arrest van 18 december 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Alexandre Chalaguine en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2013, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7 van de wet van 14 januari 2013 [houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie], dat artikel 24 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wijzigt, de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het we ...[+++]

Diese unter den Nummern 5702 und 5704 ins Geschäftsverzeichnis des Gerichtshofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden. c. In seinem Entscheid vom 18. Dezember 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Alexandre Chalaguine und andere, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 7 des Gesetzes vom 14. Januar 2013 [zur Festlegung steuerrechtlicher und sonstiger Bestimmungen im Bereich der Justiz], der Artikel 24 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches abändert, gegen die Artike ...[+++]


Het wordt betaald door de personen die om de voortzetting van de rechtspleging verzoeken ingevolge het arrest dat uitspraak doet over de vordering tot schorsing : de tegenpartij of diegene die belang heeft bij de beslechting van het geschil wanneer om de voortzetting van de rechtspleging wordt verzocht na een arrest waarbij de schorsing wordt bevolen of de voorlopige schorsing wordt bevestigd, of de verzoekende partij wanneer om de voortzetting van de rechtspleging wordt verzocht na een arrest ...[+++]

Sie wird von den Personen entrichtet, die die Weiterführung des Verfahrens im Anschluss an das Urteil über den Aussetzungsantrag beantragen, d.h. von der Gegenpartei oder der Person, die ein Interesse an der Lösung der Rechtssache hat, wenn die Weiterführung des Verfahrens nach einem Urteil beantragt wird, mit dem die Aussetzung angeordnet oder die vorläufige Aussetzung bestätigt wurde, oder von der klagenden Partei, wenn die Weiterführung des Verfahrens nach einem Urteil, mit dem der Aussetzungsantrag abgewiesen wurde, beantragt wird (Artikel 70 § 1 Absatz 2 des Erlasses des Regenten vom 23. August 1948, eingefügt durch Artikel 4 des kö ...[+++]


De verzoekende partijen gronden hun vorderingen tot schorsing in de eerste plaats op artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, dat bepaalt dat tot schorsing kan worden besloten als een beroep wordt ingesteld tegen een norm die identiek is met een reeds eerder door het Hof vernietigde norm en die door dezelfde wetgever is aangenomen; de verzoekers verwijzen naar het arrest nr. 52/99 van 26 mei 1999 en naar het arrest nr. 68/99 van 17 juli 1999.

Die klagenden Parteien legen ihren Klagen auf einstweilige Aufhebung an erster Stelle Artikel 20 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 zugrunde, der bestimmt, dass auf einstweilige Aufhebung entschieden werden kann, wenn eine Klage gegen eine Norm eingereicht wird, die identisch ist mit einer schon früher durch den Hof für nichtig erklärten Norm und die durch denselben Gesetzgeber angenommen wurde; die Kläger verweisen auf das Urteil Nr. 52/99 vom 26. Mai 1999 und auf das Urteil Nr. 68/99 vom 17. Juli 1999.


Bij arrest nr. 30/97 van 21 mei 1997 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 augustus 1997) heeft het Hof de vordering tot schorsing ingesteld door de onder B.1.3 van dat arrest bedoelde verzoekers onontvankelijk verklaard en de vordering tot schorsing ingesteld door de andere verzoekers verworpen.

Mit Urteil Nr. 30/97 vom 21. Mai 1997 (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 8. August 1997) hat der Hof die von den unter B.1.3 im selben Urteil genannten klagenden Parteien erhobene Klage auf einstweilige Aufhebung für unzulässig erklärt und die von den übrigen klagenden Parteien erhobene Klage auf einstweilige Aufhebung zurückgewiesen.


w