Zoals het Hof reeds bij zijn arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006, 85/2007, 123/2007, 162/2007 en 178/2009, heeft geoordeeld, is het redelijk verantwoord dat de wetgever, om rechtsonzekerheid te vermijden, de termijnen van rechtspleging laat lopen vanaf een datum die niet afhankelijk is van de handelwijze van de partijen.
Wie der Gerichtshof bereits in seinen Entscheiden Nrn. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006, 85/2007, 123/2007, 162/2007 und 178/2009 geurteilt hat, ist es vernünftig gerechtfertigt, dass der Gesetzgeber zur Vermeidung der Rechtsunsicherheit die Verfahrensfristen ab einem Datum laufen lässt, das nicht von der Handelsweise der Parteien abhängt.