1. De bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming kan, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong daarmee instemt, toestemming verlenen voor verplaatsingen van waterdieren naar haar grondgebied voor wetenschappelijke doeleinden die niet voldoen aan de voorschriften van de afdelingen 1 tot en met 4 van dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 190, leden 1 en 3, en de artikelen 191, 192 en 193.
1. Die zuständige Behörde am Bestimmungsort kann – vorbehaltlich der Zustimmung der zuständigen Behörde am Herkunftsort – Verbringungen von Wassertieren, die den Anforderungen der Abschnitte 1 bis 4 nicht genügen, mit Ausnahme des Artikels 190 Absätze 1 und 3 sowie der Artikel 191, 192 und 193, in das Hoheitsgebiet des Mitgliedstaats zu wissenschaftlichen Zwecken genehmigen.