Uit artikel 43/8, § 1, van de wet van 7 mei 1999, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 25, vloeit voort dat de Kansspelcommissie enkel aan een vergunninghouder klasse A, B of F1 maximaal één aanvullende vergunning kan toekennen, respectievelijk A+, B+ en F1+, voor het uitbaten van kansspelen via informatiemaatschappij-instrumenten.
Aus Artikel 43/8 § 1 des Gesetzes vom 7. Mai 1999, eingefügt durch den angefochtenen Artikel 25, geht hervor, dass die Kommission für Glücksspiele nur dem Inhaber einer A-, B- oder F1-Lizenz höchstens eine A+-, B+- und F1+-Zusatzlizenz für das Betreiben von Glücksspielen über Instrumente der Informationsgesellschaft erteilen kann.