5. Artikel 3, lid 1 tot en met lid 2 sexies, in de versie van kracht op 31 oktober 2011, is van toepassing op vastleggingen van uitvoeringen en fonogrammen waarvoor de uitvoerende kunstenaar en de producent van fonogrammen, krachtens die bepalingen in de versie van kracht op 30 oktober 2011, nog beschermd zijn op 1 november 2013 en op vastleggingen van uitvoeringen en fonogrammen die na die datum ontstaan.
5. Artikel 3 Absätze 1 bis 2e in der am 31. Oktober 2011 geltenden Fassung gilt für Aufzeichnungen von Darbietungen und für Tonträger, deren Schutzdauer für den ausübenden Künstler und den Tonträgerhersteller aufgrund dieser Bestimmungen in der am 30. Oktober 2011 geltenden Fassung am 1. November 2013 noch nicht erloschen ist, und für Aufzeichnungen von Darbietungen und für Tonträger, die nach diesem Datum entstehen.