Het Hof stelt vast dat artikel 73, § 3, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State slechts van een staatsraad, een griffier en twee auditeurs de voldoende kennis van de Duitse taal vereist, dat artikel 34, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof de kennis van het Duits van slechts één lid van het Hof vereist en dat geen enkele vereiste wordt geformuleerd ten aanzien van het Hof van Cassatie.
Der Hof stellt fest, dass Artikel 73 § 3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat die ausreichende Kenntnis des Deutschen nur von einem Staatsrat, einem Kanzler und zwei Auditoren verlangt, dass Artikel 34 § 4 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof die Kenntnis des Deutschen nur von einem Mitglied des Hofes verlangt und dass in bezug auf den Kassationshof keine Auflage festgelegt ist.