Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 15, § 1, derde en vijfde lid, en artikel 17, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen (hierna : het koninklijk besluit nr. 38), zoals zij van toepassing zijn op de bijdragen die verschuldigd zijn voor het tweede en het derde trimester van het jaar 1996.
Befragt wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 15 § 1 Absätze 3 und 5 und Artikel 17 Absätze 2 und 3 des königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen (nachstehend: königlicher Erlass Nr. 38), so wie sie auf die für das zweite und das dritte Quartal des Jahres 1996 geschuldeten Beiträge anwendbar waren, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung.