1. « Schendt artikel 44 van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening geïnterpreteerd in die zin dat door dat artikel een strafuitsluitende verschoningsgrond wordt gecreëerd, die niet enkel geldt met betrekking tot feiten die alleen strafbaa
r zijn op grond van artikel 43 Dopingdecreet, maar dat deze ook geldt voor wat betreft louter het bezit van verboden substanties, strafbaar gesteld door de Drugwet, de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, in zoverre de toepassing ervan de residuaire be
...[+++]voegdheid van de federale wetgever in het gedrang brengt ?1
. « Verstösst Artikel 44 des Dekrets vom 27. März 1991 bezüglich der Sportausübung unter Beachtung der gesundheitlichen Anforderungen, dahingehend ausgelegt, dass durch diesen Artikel ein strafausschliessender Entschuldigungsgrund eingeführt wird, der nicht nur in Bezug auf Handlungen gilt, welche nur aufgrund
von Artikel 43 des Dopingdekrets strafbar sind, sondern auch für den blossen Besitz verbotener Substanzen gilt, der durch das Betäubungsmittelgesetz unter Strafe gestellt wird, gegen die durch die Verfassung oder kraft derselbe
...[+++]n zur Bestimmung der jeweiligen Zuständigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen festgelegten Vorschriften, insofern seine Anwendung die Restbefugnis des föderalen Gesetzgebers beeinträchtigt?