Als zevende en laatste middel wijzen de verzoekende partijen op een schending door het bestr
eden decreet van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 10 van het E.G.-Verdrag, artikel 4 van de vogelrichtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 en artikel 6 van de habitatrichtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992, doordat de decreetgeve
r een discriminatie invoert in de door het nationale recht te verzekeren gelijkwaardige en doeltreffende rechtsbescherming van de burger die zich beroept op rechtstreeks werkende bepalinge
...[+++]n van het Europees gemeenschapsrecht.Als siebten und letzten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass das angefochte
ne Dekret gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit Artikel 10 des EG-Vertrags, mit Artikel 4 der Richtlinie 79/409/EWG vom 2. April 1979 über die Erhaltung der wildlebenden Vogelarten und mit Artikel 6 der Richtlinie 92/43/EWG vom 21. Mai 1992 zur Erhaltung der natürlichen Lebensräume verstosse, indem der Dekretgeber auf dem Gebiet des durch das nationale Recht zu gewährleistenden gleichwertigen und effizienten Rechtsschutzes des Bürgers, der sich auf unmittelbar wirksame Bestimmungen des europäischen Gemeinschaftsrechts berufe, e
...[+++]ine Diskriminierung einführe.