Nu heeft de wetgever beslist artikel 25 van de wet van 13 juli 1976 (artikel 59, 5°, van de wet van 21 december 1990) op te heffen voor sommige officieren uit het tijdelijk kader; hij heeft aan de Koning de zorg overgelaten om te bepalen welke beroepsofficieren, afkomstig uit dat kader, nog zouden worden onderworpen aan de vertraging van de bevordering bij de anciënniteitspromoties die hebben plaatsgehad in 1993 en 1994 (artikel 61, vierde lid, van de wet van 21 december 1990).
Nun habe der Gesetzgeber beschlossen, Artikel 25 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 (Artikel 59 5° des Gesetzes vom 21. Dezember 1990) für bestimmte Offiziere des zeitweiligen Kaders aufzuheben; er habe es dem König anheimgestellt, zu bestimmen, welche Berufsoffiziere, die aus diesem Kader hervorgegangen seien, noch der Verzögerung der Beförderung bei dem Aufstieg nach dem Dienstalter 1993 und 1994 unterliegen würden (Artikel 61 Absatz 4 des Gesetzes vom 21. Dezember 1990).