Artikel 39, 1°, van het voorontwerp van wet, in de versie ervan die voor advies aan de Raad van State was voorgelegd, vulde artikel 39/69, § 1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 aan met een 8° dat als volgt was opgesteld : « in voorkomend geval, het verzoek te genieten van de pro deo regeling en de stukken bevatten waaruit die aanspraak blijkt » (ibid., p. 37).
Artikel 39 Nr. 1 des Gesetzesvorentwurfs in der dem Staatsrat zur Begutachtung unterbreiteten Fassung ergänzte Artikel 39/69 § 1 Absatz 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 um eine Nr. 8 um folgenden Wortlaut: « gegebenenfalls Antrag auf Gerichtskostenhilfe und Unterlagen, die diesen Anspruch belegen » (ebenda, S. 37).