Traduction de «artikel 71 voortvloeiende » (Néerlandais → Allemand) :

4. In lidstaten waar in overeenstemming met de nationale wetgeving en/of gebruiken de vaststelling van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers — en met name de minimumlonen en de arbeidstijd — aan het management en de werknemers wordt overgelaten, mogen zij — op het daartoe geëigende niveau en afhankelijk van de door de lidstaten vastgestelde voorwaarden — ook toezicht uitoefenen op de toepassing van de desbetreffende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, op voorwaarde dat een adequaat niveau van bescherming wordt gewaarborgd dat gelijkwaardig is aan het uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende niveau van bescherming.
(4) In Mitgliedstaaten, in denen gemäß nationalem Recht und/oder nationalen Gepflogenheiten die Festlegung der Arbeits- und Beschäftigungsbedingungen entsandter Arbeitnehmer nach Artikel 3 der Richtlinie 96/71/EG — und insbesondere der Mindestlohnsätze einschließlich der Arbeitszeit — den Sozialpartnern obliegt, können diese auf der angemessenen Ebene und unter Einhaltung der von den Mitgliedstaaten festgelegten Bedingungen ebenfalls die Anwendung der maßgeblichen Arbeits- und Beschäftigungsbedingungen entsandter Arbeitnehmer überwachen, sofern ein angemessener Schutz, der dem gemäß der Richtlinie 96/71/EG sowie der vorliegenden Richtlinie entspricht, garantiert ist.

4. In lidstaten waar in overeenstemming met de nationale wetgeving en gebruiken de vaststelling van de in artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG vermelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers – en met name de minimumlonen en de arbeidstijd – aan het management en de werknemers wordt overgelaten, mogen zij – op het gepaste niveau en afhankelijk van de door de lidstaten vastgestelde voorwaarden – ook toezicht uitoefenen op de toepassing van de desbetreffende arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, op voorwaarde dat een adequaat niveau van bescherming wordt gewaarborgd dat gelijkwaardig is aan het uit Richtlijn 96/71/EG en deze richtlijn voortvloeiende niveau van bescherming.
4. In Mitgliedstaaten, in denen gemäß den nationalen Rechtsvorschriften und Gepflogenheiten die Festlegung der Arbeits- und Beschäftigungsbedingungen entsandter Arbeitnehmer nach Artikel 3 der Richtlinie 96/71/EG – und insbesondere der Mindestlohnsätze einschließlich der Arbeitszeit – den Sozialpartnern obliegt, können die Sozialpartner auf der angemessenen Ebene und unter Einhaltung der von den Mitgliedstaaten festgelegten Bedingungen, ebenfalls die Anwendung der maßgeblichen Arbeits- und Beschäftigungsbedingungen entsandter Arbeitnehmer überwachen, sofern ein angemessener Schutz, der dem gemäß der Richtlinie 96/71/EG sowie der vorliegenden Richtlinie entspricht, garantiert ist.

Moet artikel 45, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2), in samenhang met artikel 15, lid 1, sub a, van verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74, blz. 1), aldus worden uitgelegd dat het bevoegde orgaan van de lidstaat, wanneer het vaststelt dat een werknemer niet heeft voldaan aan de voorwaarde dat hij in die staat een tijdvak van verzekering heeft vervuld dat volstaat om een recht op pensioen krachtens de wetgeving daarvan te verkrijgen, verplicht is rekening te houden met een in een andere lidstaat vervuld tijdvak van verzekering in dier voege dat het orgaan het tijdvak van verzekering waarvan het verkrijgen van het recht afhangt, opnieuw moet berekenen door de uit het nationale recht voortvloeiende regeling toe te passen en het in een andere lidstaat vervulde tijdvak te behandelen als een in die staat vervuld tijdvak, dan wel het in een andere lidstaat vervulde tijdvak moet voegen bij het nationale tijdvak dat vooraf op basis van de betrokken regeling is berekend?
Ist Art. 45 Abs. 1 der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71 des Rates vom 14. Juni 1971 über die Anwendung der Systeme der sozialen Sicherheit auf Arbeitnehmer und Selbständige sowie deren Familienangehörige, die innerhalb der Gemeinschaft zu- und abwandern (ABl. L 149, S. 2), in Verbindung mit Art. 15 Abs. 1 Buchst. a der Verordnung (EWG) Nr. 574/72 des Rates vom 21. März 1972 über die Durchführung der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71 über die Anwendung der Systeme der sozialen Sicherheit auf Arbeitnehmer und Selbständige sowie deren Familienangehörige, die innerhalb der Gemeinschaft zu- und abwandern (ABl. L 74, S. 1), dahin auszulegen, dass der zuständige Träger eines Mitgliedstaats, wenn er feststellt, dass ein Arbeitnehmer die Voraussetzung einer für den Erwerb eines Rentenanspruchs nach den Rechtsvorschriften dieses Staates hinreichenden, in diesem Staat zurückgelegten Versicherungszeit nicht erfüllt, eine in einem anderen Mitgliedstaat zurückgelegte Versicherungszeit in der Weise zu berücksichtigen hat, dass er die Versicherungszeit, von der der Erwerb des Anspruchs abhängt, in Anwendung der sich aus dem nationalen Recht ergebenden Regelung neu berechnet und dabei die in dem anderen Staat zurückgelegte Zeit wie eine im Inland zurückgelegte behandelt, oder derart, dass er die in dem anderen Mitgliedstaat zurückgelegte Zeit zu der zuvor nach der einschlägigen Regelung berechneten inländischen Zeit hinzurechnet?

„Wat de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vermelde steunregelingen betreft waarvoor overeenkomstig artikel 64, lid 2, artikel 70, lid 2, artikel 71, lid 2, artikel 110 septdecies, lid 1, artikel 143 ter, lid 7, en artikel 143 ter bis, lid 2, van die verordening een begrotingsmaximum is vastgesteld, telt de lidstaat de uit de toepassing van de punten a), b) en c) van het onderhavige lid voortvloeiende bedragen bij elkaar op”.
„Handelt es sich um eine in Anhang I der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 aufgeführte Beihilferegelung, für die nach Artikel 64 Absatz 2, Artikel 70 Absatz 2, Artikel 71 Absatz 2, Artikel 143b Absatz 7 und Artikel 143ba Absatz 2 derselben Verordnung eine Haushaltsobergrenze festgesetzt wurde, so addieren die Mitgliedstaaten die Beträge, die sich aus der Anwendung der Buchstaben a, b und c ergeben.“

(9) Er moet worden gestreefd naar niet-discriminerende oplossingen, die zowel voldoen aan de uit het Verdrag (artikel 6, artikel 51, lid 1 en artikel 71) voortvloeiende verplichtingen, zoals vrij goederen- en dienstenverkeer, bescherming van het milieu en van de plaatselijke bevolking, als aan andere internationale overeenkomsten en verdragen, zoals de Alpenovereenkomst, met name het bijbehorende vervoersprotocol - dat dringend door de Europese Unie moet worden geratificeerd - en het Verdrag van Kyoto.
(9) Es ist zwingend notwendig, nichtdiskriminierende Lösungen zu finden, mit denen die Verpflichtungen nach dem Vertrag (Artikel 6, Artikel 51 Absatz 1 und Artikel 71), wie der freie Dienstleistungs- und Warenverkehr, der Umweltschutz und der Schutz der lokalen Bevölkerung, mit anderen Übereinkommen und internationalen Verträgen, wie der Alpenkonvention und insbesondere dem dazugehörigen Verkehrsprotokoll, das dringend von der Europäischen Union ratifiziert werden sollte, sowie dem Übereinkommen von Kyoto in Einklang gebracht werden können.

(4 bis) Er moet worden gestreefd naar niet-discriminerende oplossingen, die zowel voldoen aan de uit het Verdrag (artikel 6, artikel 51, lid 1 en artikel 71) voortvloeiende verplichtingen, zoals vrij goederen- en dienstenverkeer, bescherming van het milieu en van de plaatselijke bevolking, als aan andere internationale overeenkomsten en verdragen, zoals de Alpenovereenkomst, met name het bijbehorende vervoersprotocol - dat dringend door de Europese Unie moet worden geratificeerd - en het Verdrag van Kyoto.
(4a) Es ist zwingend notwendig, nichtdiskriminierende Lösungen zu finden, mit denen die Verpflichtungen, die aus den Verträgen zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft (Artikel 6, Artikel 51 Absatz 1 und Artikel 71), wie beispielsweise der freie Dienstleistungs- und Warenverkehr, der Umweltschutz und der Schutz der lokalen Bevölkerung, und aus anderen Übereinkommen erwachsen, mit den internationalen Übereinkommen wie beispielsweise der Alpenkonvention und insbesondere dem dazugehörigen Verkehrsprotokoll, das dringend von der Europäischen Union ratifiziert werden muss, und dem Übereinkommen von Kyoto in Einklang gebracht werden können.

Wat de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vermelde steunregelingen betreft waarvoor overeenkomstig artikel 64, lid 2, artikel 70, lid 2, artikel 71, lid 2, en artikel 143 ter, lid 7, van die verordening een begrotingsmaximum is vastgesteld, telt de lidstaat de uit de toepassing van de punten a), b) en c) voortvloeiende bedragen bij elkaar op.
Handelt es sich um eine in Anhang I der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 aufgeführte Beihilferegelung, für die nach Artikel 64 Absatz 2, Artikel 70 Absatz 2, Artikel 71 Absatz 2 und Artikel 143b Absatz 7 derselben Verordnung eine Haushaltsobergrenze festgesetzt wurde, so addieren die Mitgliedstaaten die Beträge, die sich aus der Anwendung der Buchstaben a, b und c ergeben.

Gelet op artikel 81, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(1), op grond waarvan de Administratieve Commissie tot taak heeft alle administratieve vraagstukken voortvloeiende uit de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van latere verordeningen te behandelen,
aufgrund des Artikels 81 Buchstabe a) der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71 des Rates vom 14. Juni 1971 über die Anwendung der Systeme der sozialen Sicherheit auf Arbeitnehmer und Selbständige sowie deren Familienangehörige, die innerhalb der Gemeinschaft zu- und abwandern(1), wonach die Verwaltungskommission für die soziale Sicherheit der Wanderarbeitnehmer alle Verwaltungsfragen behandelt, die sich aus der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71 und aus späteren Verordnungen ergeben,