34. dringt erop aan dat de lidstaten het in artikel 141 van het EG-Verdrag vastgelegde beginsel van "gelijke beloning voor gelijkwaardige arbeid” consequenter handhaven, teneinde de gelijkstelling van vrouwen en mannen op het gebied van arbeid en pensionering te waarborgen; is van opvatting dat elke contractuele regeling die in strijd is met het beginsel van gelijke behandeling, nietig dient te zijn;
34. besteht darauf, daß die Mitgliedstaaten den in Artikel 141 des EG-Vertrags enthaltenen Grundsatz "Gleicher Lohn für gleiche Arbeit“ konsequenter durchsetzen, um eine Gleichstellung von Frauen und Männern im Arbeitsleben bei der Altersversorgung zu gewährleisten; jegliche vertragliche Regelung, die gegen den Grundsatz der Gleichbehandlung von Frauen und Männern verstößt, sollte nichtig sein;