Uit wat voorafgaat blijkt dat, in zoverre artikel 1, 2°, van het decreet van 6 maart 1996 een progressief belastingtarief in aanmerking neemt dat werd aangepast op basis van het bedrag van de door de wedders ingezette sommen, het, los van de vergelijking met artikel 1, 1°, dat het voorwerp uitmaakt van het eerste middel, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet schendt.
Aus den vorstehenden Erwägungen geht hervor, da( Artikel 1 2° des dekrets vom 6. März 1996 insofern, als er einen progressiven Steuersatz berücksichtigt, der aufgrund der Höhe der von der Teilnehmern eingesetzten Summen angepa(t wurde, abgesehen vom Vergleich mit Artikel 1 1°, der Gegenstand des ersten Klagegrunds ist, nicht gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung verstö(t.