Vertaling van "artistieke faam beschikte " (Nederlands → Duits) :

Die bepaling voegt immers een artikel 317bis in het hogescholendecreet in, waaruit blijkt dat de concordantie als assistent weliswaar de regel is (§ 1), maar een concordantie als docent mogelijk blijft « voor zover het betrokken personeelslid, belast met artistiekgebonden onderwijsactiviteiten over een ruime artistieke faam beschikt » (§ 2).
Diese Bestimmung fügt jedoch einen Artikel 317bis in das Hochschuldekret ein, aus dem ersichtlich ist, dass die Einsetzung durch Konkordanz in das Amt eines Assistenten zwar die Regel ist (§ 1), jedoch eine Einsetzung durch Konkordanz in das Amt eines Dozenten weiterhin möglich ist, « insofern das betreffende Personalmitglied, das mit künstlerisch orientierten Unterrichtstätigkeiten beauftragt ist, über einen grossen künstlerischen Ruf [.] verfügt » (§ 2).

In afwijking van § 1 worden deze ambten geconcordeerd naar het ambt van docent, voor zover het betrokken personeelslid, belast met artistiekgebonden onderwijsactiviteiten over een ruime artistieke faam beschikt, zoals omschreven in artikel 2, 28° en 28°ter.
In Abweichung von § 1 werden diese Ämter durch Konkordanz dem Amt des Dozenten gleichgestellt, insofern das betroffene Personalmitglied, das mit künstlerisch orientierten Unterrichtstätigkeiten beauftragt ist, über einen grossen künstlerischen Ruf im Sinne von Artikel 2 28° und 28°ter verfügt.

In afwijking daarvan blijft een concordantie tot docent mogelijk voor zover het betrokken personeelslid, belast met artistiekgebonden onderwijsactiviteiten, over een ruime artistieke faam beschikt (§ 2).
In Abweichung davon ist eine Einsetzung durch Konkordanz in das Amt eines Dozenten weiterhin möglich, insofern das betroffene Personalmitglied, das mit künstlerisch orientierten Unterrichtstätigkeiten beauftragt ist, einen grossen künstlerischen Ruf besitzt (§ 2).

Ter ondersteuning van zijn standpunt verwijst D. Christiaens naar een arrest van het Hof van 17 december 1997 (nr. 80/97), waarin met betrekking tot het voormelde decreet van 13 juli 1994 werd geoordeeld dat de bepaling, waarbij het vaststellen van de beoordelingscriteria om uit te maken of een personeelslid over ruime artistieke faam beschikt werd opgedragen aan het hogeschoolbestuur, strijdig is met artikel 24, § 5, van de Grondwet.
Zur Unterstützung seines Standpunkts verweist D. Christiaens auf ein Urteil des Hofes vom 17. Dezember 1997 (Nr. 80/97); darin sei in bezug auf das o.a. Dekret vom 13. Juli 1994 geurteilt worden, dass die Bestimmung, mit der die Festlegung der Beurteilungskriterien für das Feststellen des grossen künstlerischen Rufs eines Personalmitglieds auf die Hochschulverwaltung übertragen worden sei, nicht vereinbar sei mit Artikel 24 § 5 der Verfassung.

Bovendien moet worden opgemerkt dat elk onderwijzend personeelslid van het hoger kunstonderwijs, en dus niet alleen M. Joye en L. Gees, op 1 januari 1996 slechts kon worden geconcordeerd tot docent indien het over een ruime artistieke faam beschikte.
Ausserdem müsse erwähnt werden, dass jedes unterrichtende Personalmitglied des höheren Kunstunterrichts - und somit nicht nur M. Joye und L. Gees - am 1. Januar 1996 nur für die Konkordanz zum Dozenten geeignet gewesen sei, wenn es über einen grossen künstlerischen Ruf verfügt habe.