De Europese Raad bevestigde in zijn op 16 oktober 1999 in Tampere goedgeke
urde conclusies [1] niet alleen opnieuw vast voornemens te zijn om de door de bepalingen van het nieuwe verdrag geschapen mogelijkheden op deze gebieden optimaal te benutten, maar formuleerde ook uitvoerige richtsnoeren betreffende de door de Raad gewenste beleidslijnen in verband met vier duid
elijk onderscheiden aspecten van een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid: partnerschap met landen van herkomst, een gemeenschappelijk Europees asielbeleid, eerlijke
...[+++] behandeling van onderdanen van derde landen en het beheer van migratiestromen.
In seiner am 16. Oktober 1999 [1] in Tampere verabschiedeten Schlussfolgerung bekräftigte der Europäische Rat seine Entschlossenheit, alle durch den neuen Vertrag zur Verfügung stehenden Möglichkeiten in diesen Bereichen voll auszuschöpfen. Darüber hinaus arbeitete er Richtlinien zu Maßnahmen aus, die zu den vier klar umrissenen Bereichen einer gemeinsamen Einwanderungs- und Asylpolitik der Europäischen Union entwickelt werden sollen. Diese sind Partnerschaft mit den Herkunftsländern, eine gemeinsame europäische Asylpolitik, gerechte Behandlung von Drittstaatsangehörigen und eine effiziente Steuerung der Migrationsströme.