- Artikel 34, § 2, derde lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, aangevuld door de wet van 18 februari 1997 « tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, inzake de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het het slachtoffer dat heeft gekozen voor de burgerlijke procedure, niet toestaat een verzoek om hulp in te dienen bij de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, wanneer de strafvordering niet werd uitgeoefend.
- Artikel 34 § 2 Absatz 3
des Gesetzes vom 1. August 1985 zur Festlegung steuerrechtlicher und anderer Bestimmungen, ergänzt durch das Gesetz vom 18. Februar 1997 « zur Abänderung
des Gesetzes vom 1. August 1985 zur Festlegung steuerrechtlicher und anderer Bestimmungen, was die Hilfe für Opfer von vorsätzlichen Gewalttaten betrifft », verstösst gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er es dem Opfer, das sich für das Zivilverfahren entschieden hat, nicht ermöglicht, einen Antrag auf
...[+++]Hilfe bei der Kommission für finanzielle Hilfe zugunsten von Opfern vorsätzlicher Gewalttaten einzureichen, wenn die Strafverfolgung nicht durchgeführt worden ist.