Uit de verwijzingsbeslissing en uit de elementen van het dossier blijkt dat de verzoekende partij voor de verwijzende rechter de programmawet van 5 augustus 2003 verwijt een bij de twee voormelde koninklijke besluiten vastgelegde belasting laattijdig te hebben bekrachtigd, terwijl artikel 105 van het BTW-Wetboek een onmiddellijke bekrachtiging ervan eiste.
Aus der Vorlageentscheidung und aus den Elementen der Akte geht hervor, dass die klagende Partei vor dem vorlegenden Richter bemängelt, dass durch das Programmgesetz vom 5. August 2003 eine durch die beiden genannten königlichen Erlasse festgelegte Steuer zu spät bestätigt worden sei, während in Artikel 105 des Mehrwertsteuergesetzbuches deren sofortige Bestätigung vorgeschrieben gewesen sei.