Indien hierover gegronde twijfel bestaat, raadpleegt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong een daartoe bevoegde instantie en kan zij de aanvrager om voorlegging van voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van documenten verzoeken.
Im Fall hinreichend begründeter Zweifel konsultiert die zuständige Behörde des Herkunftsmitgliedstaats die einschlägige Stelle, und sie kann vom Antragsteller beglaubigte Kopien der Dokumente verlangen.