Bij een eventuele uitoefening van de bail-inbevoegdheid met betrekking tot dergelijke passiva moet rekening worden gehouden met de uitsluitingen waarin artikel 44, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU voorziet, alsook met de discretionaire uitsluitingen die in artikel 44, lid 3, van genoemde richtlijn zijn vastgelegd en in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/860 nader zijn gepreciseerd.
Eine Ausübung der Bail-in-Befugnis im Zusammenhang mit solchen Verbindlichkeiten sollte vorbehaltlich der in Artikel 44 Absatz 2 der Richtlinie 2014/59/EU aufgeführten Befreiungen sowie der im Ermessen der Behörde stehenden Befreiungen gemäß Artikel 44 Absatz 3 dieser Richtlinie nach Maßgabe der Delegierten Verordnung (EU) 2016/860 erfolgen.