(1) Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid noopt tot het definiëren van instrumenten ten behoeve van de nationale centrale banken van lidstaten, die overeenkomstig het Verdrag de euro hebben aangenomen (respectievelijk de NCB's en de deelnemende lidstaten) en de Europese Centrale Bank (Eurosysteem), ter uniforme uitvoering van een dergelijk beleid in alle deelnemende lidstaten.
(1) Die Erreichung einer einheitlichen Geldpolitik beinhaltet die Notwendigkeit, die von den nationalen Zentralbanken der Mitgliedstaaten, die den Euro gemäß dem Vertrag eingeführt haben (nachfolgend: "NZBen" und "teilnehmende Mitgliedstaaten"), und der Europäischen Zentralbank (Eurosystem) bei der Durchführung dieser Politik eingesetzten Instrumente in einer Weise zu definieren, die für alle teilnehmenden Mitgliedstaaten einheitlich ist.