25. stelt vast dat de waarde van de in omloop zijnde euro-bankbiljetten opnieuw sterk is gestegen en uitkomt op + 12,8% in 2005; wijst erop dat deze voortdurende stijging in eerste instantie is toe te schrijven aan bankbiljetten met een hoge waarde, met name bankbiljetten van 500 euro, die in aantal met 20,9% zijn gestegen; verzoekt de ECB na te gaan wat de oorzaken van deze ingrijpende stijging zijn en de aard van de met deze biljetten verrichte transacties te onderzoeken, alsmede de vraag per land uit te splitsen ten einde hiermee gepaard gaande potentiële risico's te identificeren;
25. stellt fest, dass sich der Euro-Banknotenumlauf im Jahre 2005 wertmäßig mit einer jährlichen Wachstumsrate von 12,8 % rapide erhöht hat; hebt hervor, dass diese anhaltende Zunahme in erster Linie auf Banknoten mit hohem Nennwert zurückzuführen ist, insbesondere die 500-Euro-Banknoten, deren Umlauf stückzahlmäßig um 20,9 % gestiegen ist; fordert die EZB auf, die Gründe für diese beträchtliche Zunahme und die Art der mit diesen Banknoten getätigten Transaktionen sowie die Aufschlüsselung der Nachfrage auf einzelne Länder zu analysieren, um die Risiken zu ermitteln, die damit einhergehen könnten;