De vervolgingen voor de verwijzende rechter hebben betrekking op de verkoop van belegde broodjes, een activiteit die niet aan een wekelijkse rustdag is onderworpen, in dezelfde lokalen als de verkoop van brood- en banketproducten, een activiteit die aan een wekelijkse rustdag is onderworpen krachtens het koninklijk besluit van 8 april 1965 « tot invoering van een wekelijkse rustdag in de handelstakken van de brood- en banketbakkerij », genomen met toepassing van artikel 1, § 1, van de wet van 22 juni 1960.
Die Verfolgung vor dem vorlegenden Richter betrifft den Verkauf von belegten Brötchen, eine nicht dem wöchentlichen Ruhetag unterliegende Tätigkeit, in denselben Räumen, in denen der Verkauf von Bäckerei- und Konditoreiwaren erfolgt, das heisst eine dem wöchentlichen Ruhetag unterliegende Tätigkeit aufgrund des königlichen Erlasses vom 8. April 1965 « zur Einführung des wöchentlichen Ruhetages in den Handelsbranchen Bäckerei- und Konditoreiwaren », der in Anwendung von Artikel 1 § 1 des Gesetzes vom 22. Juni 1960 ergangen ist.