Uit de stukken blijkt dat het uitgangspunt waarop de prejudiciële vragen van de onderzoeksrechter zijn gebaseerd, door Luxemburg zeer ernstig wordt betwist: de onderzoeksrechter is er van uitgegaan dat de Luxemburgse wet Der Weduwe verbiedt, onder het bankgeheim vallende informatie ten overstaan van de Belgische gerechtelijke instanties bekend te maken.
Hier geht aus den Akten hervor, dass die Vorlagefragen des Untersuchungsrichters auf einer Prämisse beruhen, die von Luxemburg ernsthaft bestritten wird: Das vorlegende Gericht ging von dem Grundsatz aus, dass es dem Beschuldigten nach luxemburgischem Recht untersagt sei, vor den belgischen Justizbehörden Informationen zu offenbaren, die unter das Bankgeheimnis fielen.