« Schendt artikel 285bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek de regels van gelijkheid en niet-discriminatie die zijn verankerd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, door enkel ten aanzien van de geslaagden van vergelijkende wervingsexamens in een voorrang te voorzien, de geslaagden van wervingsexame
ns georganiseerd op basis van de bepalingen van vóór de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het personeel van de griffies en parketten uitsluit, terwijl die wet, bij artikel 92 ervan, die personen op voet van gelijkheid plaatst met de geslaagden v
...[+++]an de vergelijkende wervingsexamens georganiseerd op basis van nieuwe, bij die wet ingevoerde wervingsprocedures ?« Verstösst Artikel 285bis Absatz 3 des G
erichtsgesetzbuches gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, indem er nur für die Personen, die eine im Wettbewerbsverfahren organisierte Anwerbungsprüfung bestanden haben, einen Vorrang vorsieht und somit die Personen ausschliesst, die eine nicht im Wettbewerbsverfahren organisierte Anwerbungsprüfung bestanden haben, die aufgrund der vor dem Gesetz vom 17. Februar 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Personals der Kanzleien und Staatsanwaltschaften geltenden Bestimmungen organis
iert wurde ...[+++], während dieses Gesetz in seinem Artikel 92 diese Personen mit denjenigen gleichstellt, die eine im Wettbewerbsverfahren organisierte Anwerbungsprüfung bestanden haben, die aufgrund der neuen, durch dieses Gesetz eingeführten Anwerbungsverfahren organisiert wurde?