9. benadrukt dat de criteria op grond waarvan wordt bepaald wanneer er sprake is van een hormoonontregelaar wetenschappelijk gefundeerd en horizontaal moeten zijn; is van oordeel dat een op bewijskracht steunende aanpak gevolgd moet worden en dat niet op basis van één afzonderlijk criterium vastgesteld kan worden of er al dan niet sprake is van een hormoonontregelaar; is van mening dat er vervolgens op basis van de geldende wetgeving een sociaaleconomische beoordeling moet worden uitgevoerd;
9. betont, dass die Kriterien für die Einstufung eines Stoffes als hormonstörender Stoff wissenschaftlich begründet und Fachgebiete übergreifend gefasst sein müssen; ist der Auffassung, dass das Beweiskraftkonzept herangezogen werden und kein einzelnes Kriterium als das Ausschlusskriterium oder das entscheidende Kriterium für die Einstufung als hormonstörender Stoff gelten sollte; ist der Auffassung, dass anschließend eine sozioökonomische Begutachtung in Übereinstimmung mit den einschlägigen Rechtsvorschriften vorgenommen werden sollte;