40. ne
emt kennis van zijn bovengenoemde Verklaring van 10 maart 2011 over de
opstelling van een Europees Statuut voor onderlinge maatschappijen, verenigingen en stichtingen en de noodzaak van een grotere erkenning van actoren van de sociale economie, waaronder modellen zoa
ls coöperaties, die actief zijn op het gebied van de levering van SDAB en de organisatie en de werking van de sociale economie, en verzoekt
de Commissie om op basis ...[+++] van effectbeoordelingen op nationaal en EU-niveau voorstellen te doen voor Europese statuten voor verenigingen, onderlinge maatschappijen en stichtingen, die hen de mogelijkheid bieden op transnationale basis te opereren; 40. verweist auf seine oben genannte Erklärung vom 10. März 2011 zu der Einführung Europäischer Statute für Gesellschaften auf Gegenseitigkeit, Verbände und Stiftungen und der Notwendigkeit einer stärkeren und umfassenderen Anerkennung der im Bereich der Bereitstellung von SDAI tätigen sozialwirtschaftlichen Akteure, einschließlich von Modellen wie Genossenschaften, die im Bereich der
Erbringung von SDAI aktiv sind, und des organisatorischen Aufbaus und der Funktionsweise der Sozialwirtschaft; fordert die Kommission auf, auf der Grundlage von Folgenabschätzungen auf nationaler Ebene und auf der Ebene der EU die notwendigen Schritte zu
...[+++]ergreifen, um Vorschläge für europäische Statute für Verbände, Gesellschaften auf Gegenseitigkeit und Stiftungen zu erarbeiten, die sie befähigen würden, auf transnationaler Grundlage zu arbeiten;