- stelt vast dat in zoverre zij betrekking hebben op artikel 2, eerste lid, in zoverre het verwijst naar artikel 62, § 1, 7°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, alsmede artikel 2, tweede lid, 2°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 23 oktober 2009 « houdende interpretatie van de artikelen 44, 44bis en 62, § 1, 7°, 9° en 10°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 », de beroepen zonder voorwerp zijn;
- stellt fest, dass die Klagen gegenstandslos sind, soweit sie Artikel 2 Absatz 1 insofern, als er sich auf Artikel 62 § 1 Nr. 7 des Grundschuldekrets vom 25. Februar 1997 bezieht, sowie Artikel 2 Absatz 2 Nr. 2 des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 23. Oktober 2009 « zur Auslegung der Artikel 44, 44bis und 62 § 1 Nrn. 7, 9 und 10 des Grundschuldekrets vom 25. Februar 1997 » betreffen;