Vertaling van "bbp stijgen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

oproep stijgen aanwijzing voor liftjongen | oproep stijgen signaal voor liftjongen
Obere Rufe -Anzeiger fuer Liftier | Obere Rufe -Anzeiger fuer Fuehrer

schuld-bbp-ratio | schuld-bbp-verhouding | schuldquote | verhouding totaal overheidstekort-BBP
öffentliche Schuldenquote | Schuldenquote | Schuldenstandsquote | Verschuldungsquote

BBP naar volume | BBP tegen constante prijzen | reeel BBP
BIP in Volumen | BIP zu konstanten Preisen | reales BIP

internet gebruiken om de verkoop te doen stijgen | internet gebruiken om de verkoop te doen toenemen
das Internet zur Umsatzsteigerung nutzen

weerberichten voor opstijgen en landen voorbereiden | weerberichten voor opstijgen en landen maken | weerberichten voor stijgen en landen voorbereiden
Wettervorhersagen für Start und Landung erstellen

bruto binnenlands product [ BBP | bruto binnenlands produkt ]
Bruttoinlandsprodukt [ BIP ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

* De kosten van openbare pensioenregelingen zullen in de meeste landen gedurende de komende decennia met 3%-5% van het BBP stijgen [67].
* Die Ausgaben für öffentliche Altersversorgungssysteme werden in den nächsten Jahrzehnten in den meisten Ländern um 3% bis 5% des BIP steigen [67].

In totaal kan de vergrijzing het aandeel van de overheidsuitgaven dat aan gezondheidszorg en langdurige zorg wordt besteed van 1,7 tot bijna 4 punten van het BBP doen stijgen, waardoor de overheidsuitgaven tussen de 7,5% (gunstige hypothese voor I) en de 12,1% van het BBP (ongunstige hypothese voor S) zullen bedragen, tegenover 5,5% (I) en 8,8% (S) van het BBP in 2000.
Insgesamt könnte sich der Anteil der öffentlichen Ausgaben, die für die medizinische Versorgung und die Langzeitpflege aufgewandt werden müssen, infolge der Überalterung der Bevölkerung um 1,7 bis knapp 4 % des BIP auf 7,5 % (günstige Annahme für I) bis 12,1 % des BIP (ungünstige Annahme für S) erhöhen (gegenüber einem Ausgabenvolumen von 5,5 % (I) bis 8,8 % des BIP (S) im Jahr 2000).

De overheidsuitgaven voor de gezondheid zijn reeds goed voor 7,8% van het bbp in de EU en er wordt verwacht dat de overheidsuitgaven voor acute gezondheidszorg en langdurige zorg tegen 2060 als gevolg van de vergrijzing met 3% van het bbp zullen stijgen[3].
Öffentliche Gesundheitsausgaben in der EU machen 7,8 % des BIP aus; es wird erwartet, dass bis 2060 die öffentlichen Ausgaben für akute Gesundheitsversorgung und Langzeitpflege aufgrund der Alterung der Gesellschaft um 3 % des BIP zunehmen werden[3].

* Indien de basisscenario's voor de bevolkingsontwikkeling worden bevestigd, zullen de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg tijdens de periode 2000-2050 tussen de 0,7 punt van het BBP (lage raming voor DK) en de 2,3 punten van het BBP (IRL) stijgen.
Sollten sich die Referenzszenarien zur Bevölkerungsentwicklung bewahrheiten, so werden die öffentlichen Ausgaben für die medizinische Versorgung zwischen 2000 und 2050 um 0,7 % (günstige Annahme für DK) bis 2,3 % des BIP (IRL) steigen.

35. wijst erop dat de schuldlasten stijgen wanneer de reële rentevoeten hoger zijn dan het groeipercentage van het BBP en dat de markten de risico's ernstiger inschatten wanneer de schuldenlasten stijgen;
35. weist darauf hin, dass die Schuldenlast steigt, wenn der Realzins über dem BIP-Wachstum liegt, und dass die Märkte die Risiken höher bewerten, wenn die Schuldenlast ansteigt;

G. overwegende dat leeftijdgerelateerde uitgaven in de prognoses toenemen met 4% van het BBP in 2050; overwegende dat leeftijdgerelateerde uitgaven daardoor in een aantal lidstaten zullen stijgen met 5 tot 13% van het BBP, wat de houdbaarheid van hun overheidsfinanciën sterk onder druk zal zetten, terwijl de groei naar verwachting zal afnemen van 2,4% in de periode 2004-2010 tot 1,9% in de periode 2011-2030 en tot 1,2% in de periode 2031-2050; overwegende dat de afnemende groei en de toegenomen leeftijdgerelateerde uitgaven de economische en sociale welvaart van de Europese burgers en de sociale cohesie van onze samenlevingen in gevaar kunnen brengen en dat de Europese instellingen en gemeenschappelijke beleidsonderdelen onder deze druk kunnen bezwijken,
G. unter Hinweis darauf, dass bei den alterungsbedingten Ausgaben ein Anstieg um 4 % des BIP bis zum Jahre 2050 prognostiziert wird; unter Hinweis darauf, dass infolgedessen in einer Reihe von Mitgliedstaaten die alterungsbedingten öffentlichen Ausgaben um 5 % auf 13 % des BIP ansteigen werden, was erheblichen Druck auf die Tragfähigkeit ihrer öffentlichen Finanzen ausüben wird, während mit einem Rückgang des Wachstums von 2,4 % im Zeitraum 2004 – 2010 auf 1,9 % im Zeitraum 2011 – 2030 und einem weiteren Rückgang auf lediglich 1,2 % im Zeitraum 2031 – 2050 gerechnet wird; unter Hinweis darauf, dass ein Wachstumsrückgang und steigende alterungsbedingte Ausgaben das wirtschaftliche und soziale Wohlergehen der europäischen Bürger und den sozialen Zusammenhalt unserer Gesellschaften gefährden und die europäischen Organe und die gemeinsamen Politiken einem Auflösungsdruck aussetzen könnten,

35. wijst op de economische, sociale en gezondheidskosten van het uitblijven van actie, zoals o.m. blijkt uit de Stern Review over de economische aspecten van klimaatverandering; wijst er nogmaals op dat niets doen schade zou veroorzaken die overeenkomt met 5 tot 20% van het mondiale BBP per jaar, terwijl de kosten van een gezond klimaatbeleid en investeringen in schone technologieën tot 2050 worden geraamd op 0,5 tot 1% van het mondiale BBP, zonder rekening te houden met bijkomende voordelen voor milieu en gezondheid; erkent dat uitstel van maatregelen het gevaar van negatieve milieueffecten en de kosten van opvang daarvan zal doen stijgen;
35. unterstreicht die Kosten der bisherigen Tatenlosigkeit für Wirtschaft, Gesellschaft und Gesundheit, was unter anderem vom Stern-Report über die ökonomischen Auswirkungen des Klimawandels aufgezeigt wurde; erinnert daran, dass eine weitere Tatenlosigkeit Schäden im Umfang von 5 bis 20 % des weltweiten BIP pro Jahr verursachen würde, während die Kosten einer vernünftigen Klimapolitik und Investitionen in saubere Technologien mit 0,5 % bis 1 % des weltweiten jährlichen BIP bis zum Jahr 2050 beziffert werden, ganz abgesehen vom zusätzlichen Nutzen für Umwelt und Gesundheit; erkennt an, dass durch weitere Verzögerungen die Gefahr negativer Folgen für die Umwelt zunehmen wird und die Kosten für Emissionssenkungen ansteigen werden;

29. wijst op de verbijsterende economische, sociale en gezondheidskosten van het uitblijven van actie, zoals o.m. blijkt uit de Stern Review over de economische aspecten van klimaatverandering; wijst er nogmaals op dat niets doen schade zou veroorzaken die overeenkomt met 5-20% van het mondiale BBP per jaar, terwijl de kosten van een gezond klimaatbeleid en investeringen in schone technologieën tot 2050 worden geraamd op 0,5 tot 1% van het mondiale BBP, zonder rekening te houden met bijkomende voordelen voor milieu en gezondheid; erkent dat uitstel van maatregelen het gevaar van negatieve milieueffecten en de kosten van opvang daarvan zal doen stijgen;
29. unterstreicht die erschreckenden Kosten der bisherigen Tatenlosigkeit für Umwelt, Gesellschaft und Gesundheit, was unter anderem vom Stern-Report über die ökonomischen Auswirkungen des Klimawandels aufgezeigt wurde; erinnert daran, dass eine weitere Tatenlosigkeit Schäden im Umfang von 5 bis 20% des weltweiten BIP pro Jahr verursachen würde, während die Kosten einer vernünftigen Klimapolitik und Investitionen in saubere Technologien mit 0,5% bis 1% des weltweiten jährlichen BIP bis zum Jahr 2050 beziffert werden, ganz abgesehen vom zusätzlichen Nutzen für Umwelt und Gesundheit; erkennt an, dass durch weitere Verzögerungen die Gefahr negativer Folgen für die Umwelt zunehmen wird und die Kosten für Emissionssenkungen ansteigen werden;

Uit de recentste beschikbare gegevens (2001) blijkt duidelijk dat de totale OO-investeringen in de EU-15 langzaam naar een historisch hoogtepunt van 2% van het BBP stijgen; het gemiddelde jaarlijkse groeicijfer van 1,3% blijft evenwel veel te laag om de VS en Japan in te halen en om het streefcijfer van 3% in 2010 te kunnen bereiken.
Während die neuesten vorliegenden Zahlen (2001) zeigen, dass die Gesamtinvestitionen in FE in EU15 langsam ansteigen und sich 2 % des BIP nähern, dem höchsten bisher erreichten Niveau, bleibt die durchschnittliche jährliche Wachstumsrate mit 1,3 % völlig unzureichend um mit den Niveaus der US und Japan mitzuhalten und das Ziel von 3 % bis 2010 zu erreichen.