Vertaling van "bbp veel lager " (Nederlands → Duits) :

Naar verwachting laat de algemene overheidsbegroting over 2002 voornamelijk als gevolg van de veel lagere belastinginkomsten een klein tekort zien van 0,1% van het BBP, dat wil zeggen 0,5% onder het gestelde doel [5].
Für das Jahr 2002 wird ein geringfügiges Defizit des gesamtstaatlichen Haushalts in Höhe von knapp 0,1 % des BIP erwartet, womit das Ergebnis etwa 0,5 Prozentpunkte unter dem angestrebten Ziel läge. Verantwortlich hierfür sind vor allem geringere Steuereinnahmen als erwartet [5].

Daarnaast benadrukte Italië dat het bbp per hoofd van de bevolking in Sardinië gemiddeld veel lager is dan in Italië en dat de werkloosheidsgraad veel hoger ligt dan het Italiaanse gemiddelde.
Außerdem betont Italien, dass das Pro-Kopf-BIP in Sardinien durchschnittlich erheblich niedriger als im übrigen Italien sei und dass die Arbeitslosenquote deutlich über dem italienischen Durchschnitt liege.

1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de derde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op lange termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;
1. sorgt sich erstens wegen des anhaltend langsamen Wachstums in Europa seit dem Jahr 2002, das sich im Euro-Währungsgebiet nur allmählich, von 0,6 % im Jahr 2003 auf 1,3 % im Jahr 2005, beschleunigt hat – im Gegensatz zu einer Wachstumsrate in den USA im Jahr 2005 von 3,5 % und einem von der privaten Binnennachfrage gesteuerten Wiederaufschwung der japanischen Wirtschaft –, zweitens wegen der anhaltend hohen Arbeitslosigkeit von 9 % in der EU-25 und 8,1 % in der EU-15 und drittens wegen der Produktionslücke, die sich derzeit auf -1 % des BIP beläuft, was zeigt, dass das Wirtschaftswachstum der Europäischen Union aufgrund struktureller Verkrustungen, einer schwachen Binnennachfrage und dem Fehlen einer wirklichen Ausgewogenheit des makroökonomischen Policy-Mix deutlich unter dem langfristigen Potenzial bleibt; betont, dass das Wachstumspotenzial der europäischen Wirtschaft weiterhin zu gering ist und etwa 2 % beträgt, was deutlich unter dem entsprechenden Satz in anderen Regionen der Welt liegt; ist der Ansicht, dass dieses Wachstumspotenzial für die Schaffung von Arbeitsplätzen und die Verringerung der Arbeitslosenquoten oder die Weiterentwicklung der Europäischen Union mit 25 Mitgliedstaaten nicht ausreicht;

1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de derde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op lange termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;
1. sorgt sich erstens wegen des anhaltend langsamen Wachstums in Europa seit dem Jahr 2002, das sich in der Euro-Zone nur allmählich, von 0,6% im Jahr 2003 auf 1,3% im Jahr 2005, beschleunigt hat – im Gegensatz zu einer Wachstumsrate in den USA im Jahr 2005 von 3,5% und einem von der privaten Binnennachfrage gesteuerten Wiederaufschwung der japanischen Wirtschaft –, zweitens wegen der anhaltend hohen Arbeitslosigkeit von 9% in der EU-25 und 8,1% in der EU-15 und drittens wegen der Produktionslücke, die sich derzeit auf -1% des BIP beläuft, was zeigt, dass das Wirtschaftswachstum der EU aufgrund struktureller Verkrustungen, einer schwachen Binnennachfrage und dem Fehlen einer wirklichen Ausgewogenheit des makroökonomischem Policy-Mix deutlich unter dem langfristigen Potenzial bleibt; betont, dass das Wachstumspotenzial der europäischen Wirtschaft weiterhin zu gering ist und etwa 2% beträgt, was deutlich unter dem entsprechenden Satz in anderen Regionen der Welt liegt; ist der Ansicht, dass dieses Wachstumspotenzial für die Schaffung von Arbeitsplätzen und die Verringerung der Arbeitslosenquoten oder die Weiterentwicklung der erweiterten Union nicht ausreicht;

In Griekenland komen bepaalde fundamentele belastingen die in andere landen wel bestaan, niet eens voor. Ofschoon de gemiddelde Griekse belastingbetaler meer belasting betaalt dan de andere Europeanen, is de belastingopbrengst in Griekenland als percentage van het BBP veel lager dan in de andere landen.
Die Belastung des durchschnittlichen griechischen Steuerzahlers ist höher als in anderen Ländern Europas, aber insgesamt machen die Steuereinnahmen bezogen auf das BIP bei uns einen weitaus geringeren Anteil aus.

De Raad stelt met voldoening vast dat het begrotingstekort van de algemene overheid in 1998 veel lager was dan geraamd in het oorspronkelijke stabiliteitsprogramma en dat de begrotingsconsolidatie in 1999 is voortgezet ondanks een vertraging van de economische bedrijvigheid en bijkomende uitgaven ten gevolge van onverwachte gebeurtenissen. De schuldquote is in de laatste twee jaren verlaagd met 6,3 procentpunt tot naar raming 114,9% van het BBP eind 1999.
Der Rat stellt mit Befriedigung fest, daß das gesamtstaatliche Defizit 1998 erheblich geringer war als in der ersten Fassung des Stabilitätsprogramms vorhergesagt und daß sich die Haushaltsanpassung 1999 trotz der Konjunkturabschwächung und der durch unvorhersehbare Ereignisse bedingten Sonderausgaben fortgesetzt hat. Die Schuldenquote wurde in den letzten zwei Jahren um 6,3 Prozentpunkte auf schätzungsweise 114,9 % des BIP Ende 1999 zurückgeführt. Außerdem steht das aktualisierte Programm nach Auffassung des Rates im Einklang mit den Grundzügen der Wirtschaftspolitik.

Indien deze tendens zich de komende jaren voorzet, zal de Europese Unie de 21ste eeuw binnengaan met een technologisch investeringspercentage (1,7% van het Europese BBP) dat veel lager is dan dat van Japan (3,1%) en van de Verenigde Staten (2,8%).
Wenn sich diese Tendenz in den kommenden Jahren fortsetzt, wird die Europäische Union mit einer Investitionsrate von 1,7% des europäischen BIP im Technologiebereich ins 21. Jahrhundert gehen und damit deutlich unter den Investitionsraten von Japan (3,1%) und den Vereinigten Staaten (2,8%) liegen.