Over een soortgelijke - maar niet identieke - kwestie , namelijk de vaststelling van een minimumperiode voor herstel en bedenktijd van dertig dagen voor slachtoffers van mensenhandel, kon wel consensus bereikt worden binnen de Raad, en de Commissie heeft dan ook kunnen onderhandelen over opneming van een dergelijke minimumtermijn in het ontwerpverdrag.
In einem ähnlichen, wenn auch nicht identischen Fall – Festlegung einer Erholungs- und Bedenkzeit von mindestens 30 Tagen für Opfer von Menschenhandel – wurde im Rat Einigkeit erzielt und die Kommission konnte über die Aufnahme eines solchen Mindestaufschubs in den Entwurf des Übereinkommens verhandeln.
