11. is van mening dat het weliswaar van belang is de samenwerking te versterken opdat een ieder die zich schuldig heeft gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid kan worden geïdentificeerd, aangehouden, uitgewezen of bestraft, maar dat de aansluiting bij het verdrag tot instelling van het internationaal Strafhof uitsluitend een bevoegdheid van de onafhankelijke staten moet blijven en dat deze landen onder geen beding mogen worden blootgesteld aan externe politieke druk;
11. ist der Ansicht, dass es zwar wichtig ist, die Zusammenarbeit zu verstärken, um jeden einzelnen, der Verbrechen gegen die Menschlichkeit begangen hat, zu identifizieren, zu verhaften, auszuliefern und zu bestrafen, dass aber der Beitritt zu dem Vertrag zur Errichtung des Internationalen Strafgerichtshofs (ICC) weiterhin strikt in den Zuständigkeitsbereich der souveränen Staaten fallen muss und dass diese Staaten auf keinen Fall politischem Druck von außen ausgesetzt werden dürfen;