1. Het PPP-orgaan zendt de Commissie en de andere leden uiterlijk op 31 januari van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de begroting van het PPP-orgaan moet worden uitgevoerd, een raming van zijn uitgaven en ontvangsten en de algemene richtsnoeren die aan die raming ten grondslag liggen, tezamen met zijn in artikel 31, lid 4, bedoelde ontwerpwerkprogramma.
(1) Die PPP-Einrichtung übermittelt der Kommission und den anderen Mitgliedern spätestens am 31. Januar des Jahres, das dem entsprechenden Haushaltsjahr vorausgeht, einen Voranschlag der Einnahmen und Ausgaben sowie die allgemeinen Leitlinien zu dessen Begründung zusammen mit dem Entwurf des Arbeitsprogramms nach Artikel 31 Absatz 4.