3. De in lid 2 bedoelde nationale voorschriften beogen rekening te houden met de vereisten van levensmiddelenbedrijven die gelegen zijn in gebieden met bijzondere beperkingen, of rekening te houden met traditionele productiemethoden of grondstoffen die op grond van wetenschappelijke kennis, volgens aloud gebruik of traditiegetrouw aantoonbaar tot het productieproces horen en die geen gevolgen hebben voor de levensmiddelenhygiëne.
(3) Die einzelstaatlichen Vorschriften im Sinne des Absatzes 2 zielen darauf ab, den Erfordernissen von Lebensmittelunternehmen in Regionen in schwieriger Lage Rechnung zu tragen oder jenen traditionellen Herstellungsmethoden oder Rohstoffen, die nach wissenschaftlichen Erkenntnissen, bewährter Praxis oder Tradition nachweislich zum Herstellungsprozess gehören und die hygienische Qualität der Lebensmittel nicht beeinträchtigen, Rechnung zu tragen.