2. Iedere lidstaat kan beslissen dat de in lid 1 bedoelde gedragingen alleen strafbaar worden gesteld indien het feit wordt gepleegd door een inbreuk op de beveiligingsmaatregelen.
(2) Jeder Mitgliedstaat kann beschließen, dass Handlungen nach Absatz 1 nur geahndet werden, sofern sie durch eine Verletzung von Sicherheitsmaßnahmen erfolgen.