1. Indien een afwikkelingsautoriteit op groepsniveau besluit dat een EU-moederonderneming waarvoor zij verantwoordelijk is, voldoet aan de in de artikelen 32 of 33 gestelde voorwaarden, stelt zij de consoliderende toezichthouder, indien verschillend, en de andere leden van het afwikkelingscollege van de groep in kwestie onverwijld in kennis van de in artikel 91, lid 1, onder a) en b), bedoelde informatie.
(1) Gelangt eine für die Gruppenabwicklung zuständige Behörde zu der Einschätzung, dass ein in ihren Zuständigkeitsbereich fallendes Unionsmutterunternehmen die Voraussetzungen gemäß Artikel 32 oder 33 erfüllt, übermittelt sie unverzüglich die in Artikel 91 Absatz 1 Buchstaben a und b genannten Informationen an die konsolidierende Aufsichtsbehörde, sofern es sich um eine andere Behörde handelt, und an die anderen Mitglieder des für die betreffende Gruppe zuständigen Abwicklungskollegiums.