1. Voor elke betrokken mariene regio of subregio stellen de lidstaten in het licht van de initiële beoordeling overeenkomstig artikel 8, lid 1, voor de mariene wateren een reeks kenmerken van een goede milieutoestand vast op basis van de in bijlage I bedoelde algemene kwalitatief beschrijvende elementen en van de in lid 3 bedoelde criteria en methodologische standaarden.
1. Auf der Grundlage der gemäß Artikel 8 Absatz 1 durchgeführten Anfangsbewertung beschreiben die Mitgliedstaaten für jede betreffende Meeresregion bzw. -unterregion eine Reihe von Merkmalen des guten Umweltzustands dieser Meeresgewässer, wobei sie die in Anhang I aufgeführten generischen qualitativen Deskriptoren und die gemäß Absatz 3 des vorliegenden Artikels festgelegten Kriterien und methodischen Standards zugrunde legen.