4. Indien het Bureau van oordeel is dat de betrokken nationale veiligheidsinstantie door de in lid 3 bedoelde tekortkomingen niet in staat is haar taken op het gebied van veiligheid op het spoor en spoorweginteroperabiliteit effectief te verrichten, beveelt het de nationale veiligheidsinstantie aan passende maatregelen te nemen binnen een termijn die in onderling akkoord moet worden bepaald naargelang van de omvang van de tekortkoming.
(4) Ist die Agentur der Auffassung, dass die in Absatz 3 genannten Mängel die betreffende nationale Sicherheitsbehörde daran hindern, ihre Aufgaben in Bezug auf Sicherheit und Interoperabilität im Eisenbahnverkehr wirksam wahrzunehmen, so empfiehlt die Agentur der nationalen Sicherheitsbehörde unter Berücksichtigung der Bedeutung der Mängel, innerhalb einer einvernehmlich vereinbarten Frist geeignete Schritte zu unternehmen.