De kwade trouw veronderstelt geen bijzondere bedoeling : het volstaat dat de betrokkene met kennis van zaken en ten nadele van zijn concurrenten of van de verbruikers de wet overtreedt » (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 947/1, p. 51).
Die Böswilligkeit setzt keine besondere Absicht voraus; es genügt, dass der Betreffende in Kenntnis der Dinge und zum Nachteil seiner Mitbewerber oder der Verbraucher gegen das Gesetz verstösst » (Parl. Dok., Senat, 1984-1985, Nr. 947/1, S. 51).