7. wijst op de specifieke rol van vrouwen voor de plattelandsontwikkeling, vooral in de nieuwe lidstaten, waar vrouwen vaker in de bedrijfs- en regionale overlevingseconomie werkzaam zijn, veelal onder voorwaarde dat zij het bedrijf zelfstandig leiden, terwijl de man elders werkzaam is; verzoekt de Commissie om bij de onderzoeksactiviteiten van de Unie naar behoren met dit verband rekening te houden en om de subjecten van de plattelandsontwikkeling met de nodige kennis te ondersteunen;
7. verweist auf die spezifische Rolle der Frauen für die ländliche Entwicklung, im besonderem Maße in den neuen Mitgliedsländern, in denen Frauen verstärkt in betrieblichen und regionalen Subsistenzwirtschaften tätig sind, oft unter der Bedingung, dass sie den Betrieb selbständig führen, während der Mann auswärtig arbeitet; fordert die Kommission auf, diesen Zusammenhang angemessen in die Forschungsaktivitäten der Union einzubeziehen und die Akteure der ländlichen Entwicklung mit dem notwendigen Wissen zu unterstützen;