Het middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met artikel 106, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met de artikelen 13, 16 en 33 van de Grondwet, met het grondwettelijk beginsel van de scheiding der machten en met het beginsel van de vrijheid van handel en nijverheid, met het beginsel van het gewettigd vertrouwen en de rechtszekerheid en met het beginsel volgens hetwelk niemand mag worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent.
Der Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 106 Absatz 1 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft, mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 13, 16 und 33 der Verfassung, mit dem Verfassungsgrundsatz der Gewaltentrennung sowie dem Grundsatz der Handels- und Gewerbefreiheit, dem Grundsatz des rechtmässigen Vertrauens und der Rechtssicherheit sowie dem Grundsatz, wonach niemand seinem gesetzlichen Richter entzogen werden dürfe.