Bij de uitoefening van de aldus verdeelde heffingsbevoegdheid dienen de lidstaten zich niettemin te houden aan de gemeenschapsregels en meer in he
t bijzonder aan het beginsel dat zij onderdanen van andere lidstaten
op dezelfde manier moeten behandelen als hun eigen
onderdanen die gebruik hebben gemaakt van de door het Verdrag gewaarborgde vrijheden (HvJ, 12 mei 1998, C-336/96, Gilly, §§ 24 en 30; 12 december 2002, C-385/00, de Groot, §§ 93 en 94; 16 oktober 2008, C-527/0
...[+++]6, Renneberg, §§ 48 en 51).Bei der Aus
übung der in dieser Weise aufgeteilten Steuerhoheit sind die Mitgliedstaaten jedoch verpflichtet, den Gemeinschaftsvorschriften nachzukommen und insbesondere den Grundsatz der Inländerbehandlung von St
aatsangehörigen der anderen Mitgliedstaaten und ihrer eigenen Staatsangehörigen zu wahren, die von den durch den EG-Vertrag garantierten Freiheiten Gebrauch gemacht haben (EuGH, 12. Mai 1998, C-336/96, Gilly, §§ 24 und 30; 12. Dezember 2002, C-385/00, de Groot, §§ 93 und 94; 16. Oktober 2008, C-527/06, Renneberg, §§ 48 und 5
...[+++]1).