9. onderstreept dat de duurzame ontwikkeling van een bepaalde kuststreek staat of valt met de erkenning van de interactie tussen de bewoners en hun natuurlijke omgeving en de bevordering van de levenskwaliteit van de visserijgemeenschappen; verklaart nogmaals dat het visserijbeleid gebaseerd moet zijn op het beginsel van onderlinge afhankelijkheid tussen enerzijds het welzijn van de visserijgemeenschappen en anderzijds de duurzaamheid van de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken;
9. betont, dass die nachhaltige Entwicklung einer bestimmten Küstenregion die Würdigung der Wechselbeziehung zwischen deren Komponenten Umwelt, Natur und Mensch sowie die Förderung der Lebensqualität ihrer Fischereigemeinden erfordert; bestätigt, dass eine Politik für die Fischerei auf dem Grundsatz der wechselseitigen Abhängigkeit zwischen dem Wohl der Fischereigemeinden und der Nachhaltigkeit der Ökosysteme, deren Teil sie sind, basieren muss;