1. Financieringsinstrumenten worden aangewend met inachtneming van de beginselen van goed financieel beheer, transparantie, evenredigheid, non-discriminatie, gelijke behandeling en subsidiariteit, en met inachtneming van de doelstellingen ervan en, indien van toepassing, voor de duur die in het op die instrumenten toepasselijke basishandeling is vastgesteld.
(1) Die Finanzierungsinstrumente werden eingesetzt unter Beachtung der Grundsätze der Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung, der Transparenz, der Verhältnismäßigkeit, der Nichtdiskriminierung, der Gleichbehandlung und der Subsidiarität sowie ihrer Ziele und gegebenenfalls der Laufzeit, die in dem für die jeweiligen Finanzierungsinstrumente geltenden Basisrechtsakt niedergelegt sind.