Uit die grondwetsbepalingen, alsook uit artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EHRM, 28 november 2002, Lavents t. Letland, § 114) vloeit voort dat de bevoegde wetgever, wanneer hij een rechtscollege instelt, de essentiële beginselen zelf dient te regelen.
Aus diesen Verfassungsbestimmungen sowie aus Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention (EuGHMR, 28. November 2002, Lavents gegen Lettland, § 114) ergibt sich, dass der zuständige Gesetzgeber bei der Einsetzung eines Rechtsprechungsorgans die wesentlichen Prinzipien selbst festlegen muss.